Nieuw mobiliteitsbeleid nodig in Dilbeek

02 Mei 2012

Als een gemeente van veertigduizend inwoners is het noodzakelijk dat er een weldoordacht mobiliteitsbeleid gevoerd wordt. Want die veertigduizend inwoners willen zich elke dag verplaatsen van thuis naar hun werk, naar school en naar de winkel. Als we daarbij de twee grote snelwegen en één grote gewestweg tellen die door Dilbeek lopen, is het duidelijk dat mobiliteit een grote uitdaging vormt. Een uitdaging die tot nu toe onvoldoende is aangepakt.  Een oud zeer in de gemeente is de staat van de voet- en fietspaden. Veel Dilbeekse voetpaden hebben namelijk de natuurlijke drang om na enkele jaren putten te beginnen vertonen of scheef te gaan liggen. Al jarenlang wordt er gezegd dat er oplossingen zullen voor komen maar dit is allesbehalve het geval. Buiten enkele grote uitzonderingen, bijvoorbeeld een stuk van de Bodegemstraat, zijn ze meestal onbestaand of in een zeer slechte staat. Het is daarom belangrijk dat dit een grote prioriteit wordt voor de volgende verkiezingen, zeker in de buurt van scholen. Kinderen en ouderen moeten namelijk als norm genomen worden voor een weldoordacht beleid. Naast een inhaalmanoeuvre op het vlak van de aanleg van fietspaden zelf, moet er werk worden gemaakt van verbindingen tussen de centra waar de fiets, en niet de auto, centraal staat. Ook het aanleggen van fietsenstallingen en oplaadpunten voor elektrische fietsen ligt in deze lijn.

Op dit moment is er al een groot netwerk van trage wegen verspreid over het hele grondgebied van de gemeente. De meeste liggen in de landbouwgebieden in Schepdaal en Sint-Martens-Bodegem, maar ook in de meer verstedelijkte stukken zijn er te vinden. De staat van deze trage wegen is in veel gevallen een stuk beter dan de "echte" wegen. Trage wegen kunnen dan ook zeer goed dienen als veilige, verkeersvrije verbindingen. Een vorm van gebruik die uitermate geschikt is voor trage wegen, is voor het gaan naar en van school. De prioriteit voor het onderhouden, en openmaken van onofficieel afgeschafte trage wegen moet daarom liggen bij wegen in de buurt van scholen. Hoewel er dus nog veel trage wegen zijn, zouden er nog een stuk meer zijn als er wat minder aangelanden zouden vinden dat ze hun tuin zomaar kunnen uitbreiden op een trage weg. De gemeente moet daarom telkens aan de kant staan van de wandelaars en fietsers, en niet aan de kant van mensen die vinden dat ze boven de wet staan.

Het is dus belangrijk dat deze trage wegen goed onderhouden maar ook bewegwijzerd worden. Onbekend is jammer genoeg onbemind. De meeste mensen kennen misschien de binnenwegjes in hun eigen buurt, maar zodra ze naar het volgende dorp gaan, is het allemaal heel onduidelijk. Aangezien het gebruik ervan de enige manier om ervoor te zorgen dat deze wegen bewaard blijven, is het belangrijk dat de gemeente Dilbeek dit zoveel mogelijk ondersteunt.

Naast traditioneel traag verkeer moet er ook op openbaar vervoer worden ingezet. Hoewel er al buslijnen op de meeste verbindingen tussen de verschillende deelgemeenten liggen, kunnen er wel nog verschillende verbeteringen gebeuren. Zo is er geen rechtstreekse verbinding tussen Itterbeek en Schepdaal enerzijds, en Groot-Bijgaarden en het station van Dilbeek anderzijds, of tussen Dilbeek en Sint-Martens-Bodegem of Sint-Ulriks-Kapelle.

In navolging van Ternat kan er ook een busdienst die alle deelgemeenten aandoet, ingelegd worden op marktdagen. Buiten deze vaste buslijnen kan er ook ingezet worden op extra buslijnen bij de grotere evenementen. Er zijn al voldoende voorbeelden waarbij dit goed werkt (Jospop, de jaarmarkt).

Hoewel GROEN stevig inzet op alternatieve vormen van mobiliteit, moet er in Dilbeek ook een inhaalmanoeuvre gebeuren op vlak van het "gewone vervoer". Dat het wegennet in Dilbeek er belabberd bijligt, is geen nieuws. Een beleid waarbij enkel wordt gereageerd wanneer er diepe putten ontstaan, heeft misschien tijdelijk enkele positieve gevolgen, maar op de lange termijn is dit niet houdbaar. Er moet daarom dringend werk worden gemaakt van een beleid waarin duurzaamheid en veiligheid een grote rol spelen en waarbij we niet bij elke verkiezing van de slechtste straat in Vlaanderen helemaal bovenaan het lijstje staan.

Naast het verbeteren van het niveau van de wegen, moet er ook werk gemaakt worden van het mobiliteitsplan, om de grote verkeersstromen weg te leiden van de centra. Een manier om de verkeersstromen beter te regelen, is door het gebruik van voorrangswegen. In het verleden zijn er al bepaalde wegen aangeduid als zogenaamde hoofdwegen, maar daar is tot nu toe niets mee gedaan. Het is belangrijk om dit dan ook om te zetten in de praktijk. Naast een vlottere doorstroming, kan dit ook bevorderlijk zijn voor de veiligheid van bepaalde kruispunten. Nu zijn er jammer genoeg verschillende kruispunten waar de zichtbaarheid onvoldoende is om van een veilige verkeerssituatie te kunnen spreken. Deze uitzondering op de voorrangsregel zou enkel gelden op de grotere wegen die belangrijk zijn voor de verbinding tussen de deelgemeentes. Wel moeten deze wegen wel zo worden ingericht dat het geen Dilbeekse snelwegen worden, zoals er nu al enkele bestaan.

Enkel door een weldoordacht en GROEN/groen beleid met aandacht voor alle weggebruikers, en niet enkel voor koning auto, kan Dilbeek een gemeente worden waar het veilig is om je in het verkeer te begeven.

 

JASPER DE JONGE